Historie

Un po’ di storia…

 

De bewering dat Marco Polo in 1295 pasta uit China meenam naar Italië is onzin: pasta bestond er toen allang. Bekend is dat de Romeinen tijdens de hoogtijdagen van het Romeinse Rijk al genoten van pasta. Het verhaal gaat dat Cicero ontzettend dol was op laganum, de brede, platte deegwaren die nu tagliatelle genoemd worden. Maar de geschiedenis van pasta gaat zelfs nog verder: er zijn bewijzen dat pasta bij de Etrusken, zo’n 3000 jaar geleden, al populair was. Documentatiemateriaal in het Museo Nazionale Delle Paste Alimentari in Roma toont zelfs aan dat pasta al 5000 jaar voor Christus zou zijn gegeten. Het museum is ingericht door de familie Agnesi, die de oprichters waren van de Agnesi pastafabrieken in Imperia.

Voor de echte doorbraak van pasta als voedsel van het volk moeten we toch wachten tot de 17e eeuw. De stad Napoli lijdt dan onder de slechte organisatie van de Spaanse overheersers, waardoor de armen genoodzaakt zijn het meel tot gedroogde pasta te verwerken zodat ze daar maanden mee kunnen overleven. De vermicelli (dunne spaghetti) werden alleen met een beetje kaas gegeten en met de vingers opgepakt. De opkomst van de tomatensaus, een eeuw later, zorgde voor een nog grotere populariteit van pasta. Tegelijkertijd werd de vork een belangrijk hulpmiddel, aangezien pasta met saus niet met de vingers te eten is. Sindsdien is pasta het belangrijkste element van de Italiaanse keuken geworden.